Om de veiligheid op drukke vaarwegen te verhogen, moest er een radardoelvolgsysteem komen dat identificeert welke schepen eraan komen en met welke snelheid ze varen. De huidige systemen die lokaal draaien op de verkeersposten van Tiel, Wemeldinge, Waddenzee (Terschelling en Schiermonnikoog), Dordrecht, Nijmegen en optioneel Wijk bij Duurstede, Den Helder en Noordzeekanaal/Schellingwoude, worden daarom successievelijk vervangen door één centraal aangestuurd en uniform systeem.

Van regionaal naar centraal

Grad Jansen is als tester betrokken bij de implementatie van het nieuwe radardoelvolgsysteem. Hij vertelt: “Voorheen had iedere verkeerspost een eigen systeem. Dat was ingericht naar de behoeften van de desbetreffende regio. De uitdagingen op de Wadden zijn van een heel andere orde dan die in de regio Dordrecht, waar de drukst bevaren binnenvaartroutes van Europa bij elkaar komen. De nieuwe software stuurt functioneel op een uniforme begeleiding van scheepvaartverkeer in alle regio’s, hoewel er nog steeds ruimte is voor regionale variabelen. Het systeem moet bovendien zo worden ingericht dat alle verkeersleiders er prettig mee werken. Dat is een behoorlijke uitdaging.

De belangrijkste functionaliteit die wij testen is de trackingkwaliteit. Oftewel: de bliep op het radarscherm die aangeeft waar een schip zich bevindt, met het bijbehorende tracksymbool.” De software koppelt dit tracksymbool aan het Automatic Identification System (AIS), dat identificeert om welk schip het gaat. Ook is er een koppeling met het systeem IVS-Next, dat aangeeft welke lading het schip aan boord heeft en welke route het vaart. Grad: “Wij testen of het tracksymbool overeenkomt met de daadwerkelijke locatie van het schip en of deze correct wordt weergegeven en correct wordt gevolgd. Ook kijken we of we door een klik op het tracksymbool de juiste informatie op het scherm krijgen. Soms wijkt de informatie uit de drie onderliggende bronnen van elkaar af. Welke informatie houd je dan aan?

Is iets een wens of een gebrek? En komt een functionele wens voort uit iets wat als een gebrek wordt ervaren en welke urgentie moet deze wens dan krijgen? Ook daar kijken we naar. Om deze vragen vervolgens te kunnen beantwoorden tijdens het testproces.”

Toekomstgericht

Een andere uitdaging is het toekomstbestendig maken van het nieuwe radardoelvolgsysteem. “Het systeem moet bijvoorbeeld verkeersbeelden van de radarposten naar toekomstige corridorcentrales kunnen routeren zonder verlies aan kwaliteit”, vertelt Grad: “Op termijn wil Rijkswaterstaat het systeem namelijk kunnen gebruiken voor corridormanagement. Daarbij werk je in de hele corridor samen, bijvoorbeeld in de keten van vaarwegen tussen Rotterdam naar Duitsland. Want door een betere planning van vaartijden kunnen schepen bijvoorbeeld brandstof besparen en opstoppingen voorkomen.”

Kwaliteit van de software verhogen

Corridormanagement is toekomstmuziek, aldus Grad: “Op dit moment zijn we primair bezig met het voorbereiden van de livegang van het radardoelvolgsysteem per verkeerspost. Daarbij is testen heel belangrijk.” Het team werkt op dit moment hard aan de livegang van het systeem bij verkeerspost Wemeldinge. De software is al in gebruik in Tiel. Daarna staat de Waddenzee op de planning. Grad: “We testen eerst of de nieuwe software technisch goed gekoppeld kan worden binnen de RWS-omgeving en of alles voor een specifieke verkeerspost werkt zoals bedacht. Dit gebeurt vanuit een testruimte op kantoor in Delft. Daarna volgt de fase waarin ik op de verkeerspost zelf de software kan testen teneinde die daar live te brengen. Ik ben dus al in Tiel en Wemeldinge geweest. Binnenkort vertrek ik  voor een week naar de Brandaris op Terschelling om daar samen met de verkeersleiders de software te testen.”

Hij kijkt ernaar uit. “Het is natuurlijk leuk om op veel verschillende plekken te komen. Maar ik vind het ook leuk om de verschillende werksituaties van de verkeersleiders te ervaren. De regio’s zijn qua situatie haast niet met elkaar te vergelijken. Toch moeten we een systeem opleveren dat overal goed werkt. Dat is hartstikke uitdagend.”